Ooit, in een te ver verleden, heb ik nog gevoetbald met Joris De Tollenaere, bij kenners en kwissers bekend als de pocketspits bij het Racing Harelbeke dat in de jaren negentig furore maakte in eerste klasse (heel eventjes, toch). Helaas speelde ik niet bij Harelbeke in eerste klasse, maar wel in het schoolteam van de basisschool in Stasegem (officieel: Harelbeke-Zuid), een jaar of vijftien eerder.
We speelden in oranje truitjes en zwarte broekjes, wat me altijd heeft doen denken dat ik voorbestemd was om fan van Oranje te worden. We werden met het schoolteam begin jaren tachtig kampioen van West-Vlaanderen, wat we vierden als een wereldtitel. We kregen een foto op de regionale pagina’s van Het Volk, met onze beker. Helaas in zwart-wit.
Dat kampioenschap was voor 99 procent de verdienste van Joris. Wij hadden toen namelijk een erg eenvoudig tactisch plan: probeer de bal te veroveren, speel die zo snel mogelijk door naar Joris, en kijk hoe er gescoord wordt. Daar kwam overigens geen trainer aan te pas, dat plan hadden wij spelertjes helemaal zelf uitgedokterd. Zielig was het zeker niet. Als de solist van wereldniveau is, dan is het heerlijk om de tweede viool te mogen spelen. Johan Harstad schreef er ooit een prachtig boek over: Buzz Aldrin, waar ben je gebleven?
Heel af en toe, doorgaans door louter toeval, werd er afgeweken van het tactisch plan. Als linksbuiten slaagde ik er zelfs in om een keer te scoren, in een hardbevochten 3-2-zege in de kwartfinale tegen een school uit Gits. Een frommelgoal na een hoekschop, maar in mijn herinnering werd ze jaar na jaar mooier, tot de bal van net buiten de zestien na een prachtige trap met de wreef in de kruising verdween.
Ik moest weer even aan die tijd denken toen ik het doelpunt zag dat Eden Hazard woensdagavond scoorde voor Chelsea bij Liverpool. Ook daar konden de teamgenoten van Hazard zich grotendeels beperken tot toekijken, genieten, en juichen. Chelsea in de leer bij een schooltje uit Stasegem, wie had dat ooit gedacht.