Joseph Roth (1894-1939) leerde ik kennen dankzij het magistrale “De wereld van gisteren” van Stefan Zweig. Roths journalistieke werk was toen nauwelijks beschikbaar in het Nederlands.
Daar kwam de afgelopen jaren gelukkig verandering in dankzij de gedreven Els Snick, die promoveerde op het werk van Roth. Over zijn treurige zwerftocht door Europa, op vlucht voor de nazi’s, schreef ze “Waar het me slecht gaat is mijn vaderland”. Daarna volgden vertalingen van zijn journalistieke stukken, zoals het essentiële “Joden op drift”.
“Spoken in Moskou” is alweer het vijfde deel. In de reportages die Roth in de jaren 20 schreef voor Duitse kranten, fileert hij genadeloos de gevolgen van de Oktoberrevolutie. “Het uitgelaten en felverlichte herdenkingsfeest van de revolutie is afgelopen. De saaie, sombere, zware werkdagen zijn aangebroken.” Het zijn stukken van een literair niveau die je nog amper in onze kranten vindt, en die bovendien verrassend actueel blijken te zijn.