Het befaamde urinoir van Marcel Duchamp, waarmee hij de geschiedenis inging als een van de founding fathers van de moderne kunst, is dus helemaal niet van hem, blijkt uit nieuw (en ook minder nieuw) wetenschappelijk onderzoek. Het is van Elsa van Freytag-Loringhoven, een Duitse dada-dichteres. In NRC lees ik dat Duchamp zelf er aanvankelijk niet eens cryptisch over deed en erkende dat het object niet van hem was.
Het deed me denken aan Shakespeare’s Sister, niet het onbeduidend popduo of de Smiths-song, maar de theorie van Virginia Woolf. Als William een zus had gehad met evenveel talent, had ze dat wellicht niet kunnen ontwikkelen. Het deed me ook denken aan De Vlammende Wereld, dat schitterende boek van Siri Hustvedt waarin een miskende kunstenares wraak neemt door haar werk te exposeren als het werk van mannen. Tot een van hen toch weer dreigt met de eer te gaan lopen. Mannen!