Niet de meest toegankelijke types, zo omschrijft NRC-correspondent Peter Vermaas met enig gevoel voor understatement les bouquinistes, de mannen die in de bekende donkergroene stalletjes langs de Seine in Parijs tweedehandsboeken verkopen.
Ze zijn inderdaad van het zwijgzame, soms norse type – ik denk dat het, net als bij obers, een arbeidsvoorwaarde is. Maar toch bewaar ik uit mijn eigen correspondententijd in Parijs warme herinneringen aan de boekverkopers. Je kon er urenlang ongestoord door de oude boeken, kaarten en magazines illustrés grasduinen, wegdromend over vervlogen tijden. Ik vond er een mooie uitgave van La Peste van Albert Camus, en een gepentekende kaart van Parijs en zijn momenten, ergens uit de jaren zestig.
Ik lees in NRC dat Parijs zijn bouquinistes door Unesco wil laten erkennen als immaterieel cultureel erfgoed. Dat lijkt me niet meer dan logisch. Als de Vlaamse frietkoten in aanmerking komen voor erkenning, dan de Parijse boekenstalletjes evenzeer.