dreigend lawaai
in een witte buis, mijn
rug eindigt in zwart-wit
klopgeesten bonken op de wand
voorspellen het beeld
als slechte boodschappers, of
neen, nog meer als
dieven in de nacht.
ergens is het misgegaan
niet hier, maar daar
bonkend over harde wegen die
eerst nog zo onschuldig leken. je
rug is kapot. het is voorbij,
gedaan. met
hels lawaai, begint zo het
einde van dit leven?