Eerbetoon aan Joseph Roth (zelfs in het West-Vlaams)

Joseph Roth wordt nog mooier, beter, indringender als je hem hardop leest. Tot dat besef kwam ik vanavond bij boekenhuis Theoria, tijdens het interview dat ik er had met Els Snick. De vertaalster van zijn journalistieke werk las er tussen het gesprek door enkele stukken voor. Onder andere haar favoriete verhaal, over een bezoek aan een stierengevecht in Nîmes. Iedere zin, ieder woord raak. Je kon een speld horen vallen.

9789059374751

Snick was in Kortrijk om haar nieuwste vertaling voor te stellen: “In het land van de Eeuwige zomer – Reportages uit Frankrijk.”  Daarin staan de journalistieke verhalen die Roth vooral in de jaren twintig schreef voor Duitse kranten. “Een genot om te vertalen vanwege de heldere taal en het ritme”, aldus Snick, en dat plezier slaat over op de lezer.

Hoewel de stukken straks een eeuw geleden zijn geschreven en gepubliceerd, lijkt het alsof sommige verhalen gisteren in de krant hadden kunnen staan. Van alle vertaalde Roth-journalistiek (Snick stelde eerder al de bundels “De blonde neger en andere portretten” en “Hotelmens” samen) is dit de sterkste, het boek waar Roths vertelkunst het duidelijkst tot zijn recht komt. Misschien komt het door zijn liefde voor Frankrijk, of omdat hij nog niet zo was afgeleid door de eeuwige zoektocht naar drank en geld, maar Roth toont zich hier een grootmeester van de literaire journalistieke reportage. New journalism, enkele decennia voor het werd uitgevonden.

Roth is geen ideoloog, niet de man van de grote, uitgewerkte ideeën. Wel een schrijver met empathie voor de kleine man, en een afkeer voor zij die zich beter voelen. Een schrijver met oog voor het juiste detail en met een uitzonderlijk gevoel voor ritme. Ondanks het ontbreken van “grote politiek”, fileert hij op vakkundige wijze de machthebbers van zijn tijd. Hij was niet voor niets de eerste die een roman schreef waarin ene Adolf H. voorkomt (in 1923 al). Ook als hij zijn liefde voor Frankrijk en de Fransen beschrijft, sluimert altijd zijn ongenoegen over het Pruisische Duitsland door in zijn teksten.

18815159_10211876667824914_7329954282891801817_o
Interviewer en vertaalster. Die laatste in een poging tot Stefan Zweig-pose.

Met drie vertaalde bundels vol reportages en een prachtige reconstructie van Roths ballingschap in België en Nederland (“Waar het me slecht gaat is mijn vaderland“) is Snick de belangrijkste ambassadeur van Roths journalistieke werk geworden in ons taalgebied. Daar komt over anderhalf jaar (of zo…) nog een pronkstuk bij. Voor de prestigieuze reeks Privé-Domein vertaalt Snick de briefwisseling tussen Roth en Stefan Zweig.

 

Overigens was het publiek bij boekenhuis Theoria ook nog getuige van een wereldprimeur, al was het dan een van eerder bescheiden niveau. Voor het eerst werd Roth voorgesteld in onversneden Zuid-West-Vlaams, de moedertaal van vertaalster en interviewer.  Ook in die taal bleek Snick een vlotte verteller, en een gepassioneerd pleitbezorger voor het werk van Joseph Roth. “Een freak”, zegt ze zelf al lachend, maar dat is te oneerbiedig.

Wie meer wil weten over Roth, kan ook terecht bij het Vlaams-Nederlandse Joseph Roth Genootschap, waarvan Snick niet geheel toevallig stichter en voorzitter is.

 

 

Geef een reactie

Vul je gegevens in of klik op een icoon om in te loggen.

WordPress.com logo

Je reageert onder je WordPress.com account. Log uit /  Bijwerken )

Facebook foto

Je reageert onder je Facebook account. Log uit /  Bijwerken )

Verbinden met %s