Het gaat tegenwoordig wel erg vaak over journalistiek bij Hautekiet op Radio 1. Na een item over regionale journalistiek en een item over de dag van de persvrijheid werd nu ingepikt op een stelling van Knack-redacteur Joël De Ceulaer in zijn rubriek Lastpost: het politieke interview is ten dode opgeschreven.
Mediatraining en debatfiches voor politici zijn daar debet aan, samen met de braafheid van veel journalisten, betoogt de voormalige hoofdredacteur van De Nieuwe Panorama. Ze maken interviews voorspelbaar, weinig spannend dus.
Vraag is wat De Ceulaer bedoelt met een politiek interview. Is ieder interview met een politicus een politiek interview? Ik vrees van niet. Die interviews gaan vaak over de waan van de dag, een reactie op de stelling van een politiek tegenstander of een of ander politiek faits divers. Naast die mediatraining en de debatfiches is er nog een ander heikel punt: zeker bij televisie en radio krijgen interviewers nauwelijks nog de kans zich behoorlijk voor te bereiden, waardoor ze zich met te weinig kennis van zaken te makkelijk met een kluitje in het riet laten sturen. En doorgaans mag zo’n interview ook niet te lang duren, want iemand hijgt in het oortje van de interviewer dat we doormoeten naar het volgende item.
In de reacties op de stelling van De Ceulaer komt vaak terug dat journalisten te braaf zijn, dat het er in Nederland of bij de BBC feller aan toegaat. Vraag is of een ‘fel’ interview een goed interview is, en of het dapper is om veertien keer dezelfde vraag te herhalen. Als een interviewer het doet op de verkeerde moment, of bij de verkeerde, weinig relevante vraag, krijgt hij van andere kijkers weer het verwijt aan ‘bashing’ te doen. Want ook dat is waar: veel kritiek op politieke interviews is politiek geïnspireerd en bevooroordeeld. Voor veel aanhangers van een politieke partij is een interview goed als hun leider (m/v) het braafjes heeft mogen zeggen. Alleen politieke tegenstanders mogen hard worden aangepakt. Ik zie N-VA’ers op sociale media zelden iets posten over s.pa-bashing. Of omgekeerd.
Maar deze kritiek komt van binnenuit, uitgerekend van een interviewer die begin 2013 met een mooie interviewreeks over politieke ideologie in De Standaard nog bewees dat het wel degelijk kan: lang samenzitten met een politicus en daar een informatief verhaal over schrijven, waar elke lezer ‘rijker’ van wordt. Net daarom nemen journalisten de kritiek van De Ceulaer beter ter harte. Misschien is het tijd om wat minder politici te interviewen, en wat meer aandacht te schenken aan het echte politieke interview. En de tijd op te eisen om zich goed voor te bereiden.